IC-3Rs • Innovation Centre for 3R Alternatives

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een steunpilaar in de promotie
van het 3V-principe en proefdiervrije methoden

In 2010 heeft de Europese Unie de richtlijn 2010/63/EU uitgevaardigd voor de bescherming van levende gewervelde dieren die bestemd zijn voor dierproeven en andere wetenschappelijke doeleinden. De Belgische wetgeving heeft de richtlijn gedeeltelijk omgezet in het koninklijk besluit van 29 mei 2013. Dat besluit omvat regels met betrekking tot de huisvesting van proefdieren, de bevoegde personen/instanties voor de bescherming en het welzijn van proefdieren en de toepassing van het 3V-principe in België.

Als gevolg van de zesde staatshervorming die in 2014 plaatsvond hebben de drie Belgische gewesten, met name Vlaanderen, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië meer autonomie gekregen en zijn sommige bevoegdheden, zoals Dierenwelzijn, van het federale niveau naar het gewestelijke niveau verschoven. Daardoor zijn de drie afzonderlijke gewesten verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de regelgeving uit het koninklijk besluit omtrent de bescherming van proefdieren.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft sindsdien verschillende initiatieven van de VUB voor de vermindering van het aantal proefdieren en de ontwikkeling van proefdiervrije methoden gesteund. Belangrijke acties waren de oprichting van het Innovation Centre 3Rs (IC-3Rs) en de RE-Place-databank. Lees meer over het RE-Place-project, dat gebaseerd is op een samenwerking tussen de VUB en Sciensano en gezamenlijk financieel gesteund wordt door de Vlaamse en Brusselse regeringen, op de websitewww.re-place.be.

 

INVOERING VAN 3V’s IN BELGISCHE WETGEVING

                                      KB: Koninklijk Besluit                                    Richtlijn = Directive                                      Lidstaten = Member states

Hoe steunt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest IC-3Rs?

Bianca Debaets

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest steunt de inspanningen van IC-3Rs om het 3V-principe en vooral proefdiervrije methoden te promoten in biomedisch onderzoek. Leefmilieu Brussel levert financiële steun voor doctoraatsthesissen, jaarlijkse symposia, activiteiten van de Ethische Commissie Dierproeven van de VUB, voor het RE-Place-platform en voor de tewerkstelling van een communicatiemedewerker. Die projecten zijn tot stand gekomen onder het kabinet van Bianca Debaets en werd voortgezet toen minister Bernard Clerfayt verantwoordelijk werd voor Dierenwelzijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

 

Minister van Dierenwelzijn Bernard Clerfayt

 

Minister Clerfayt is minister in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en is onder meer verantwoordelijk voor de afdeling Dierenwelzijn. In die hoedanigheid heeft hij verschillende initiatieven genomen om het gebruik van proefdieren te verminderen. Zo steunt hij bijvoorbeeld de in vitro-projecten die worden uitgevoerd binnen de dienst Toxicologie van de Vrije Universiteit Brussel. Die projecten bieden jonge onderzoekers de kans om ervaring en expertise te verwerven in de ontwikkeling en het gebruik van menselijke stamcelculturen om de bijwerkingen van geneesmiddelen in de menselijke lever te bestuderen. Daarnaast ondersteunt de Brusselse regering uitdrukkelijk de databank RE-Place, een gezamenlijk project van Vlaanderen en Brussel om alle diervervangingsmethoden waarvoor in België expertise bestaat, in een databank te centraliseren. Op die manier krijgen jonge onderzoekers gemakkelijk toegang tot nieuwe technologieën en kunnen ze ervaring opbouwen in het gebruik van proefdiervrije methoden.

Minister Clerfayt ondersteunt op een krachtdadige manier de initiatieven van IC-3Rs en heeft die steun officieel uitgesproken tijdens zijn welkomstwoorden in de Symposia georganiseerd door IC-3Rs. Het IC-3Rs Symposium van 2022, getiteld “More science, more care, less animals”, en de online-editie van 2021 over dierproeven in geneesmiddelenontwikkeling werden op deze wijze geopend door de minister.

 

 

Tijdens de studiedag over dierenwelzijn georganiseerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd IC-3Rs positief in de kijker gezet. Op maandag 27 maart 2023, heeft IC-3Rs deelgenomen aan een interessante studiedag over dierenwelzijn en alternatieve methoden. Vijftien verschillende sprekers hebben een korte presentatie gegeven over de doelstellingen van de wetenschappelijke organisaties waaraan ze verbonden zijn of over hun onderzoek met proefdiervrije methoden. Lees het verslag van het evenement hier. 

 

Activiteiten Ethische Commissie Dierproeven VUB

Wetenschappers die proefdieren gebruiken hebben voortdurend bijscholing nodig om, in de context van de geleidelijke afbouw van het aantal proefdieren en de toenemende belangstelling voor het welzijn van proefdieren, kwaliteitsvol en ethisch verantwoord onderzoek af  te leveren. Daarom maakt IC-3Rs met de financiële steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest projecten mogelijk binnen de VUB met betrekking tot de 3V’s.

Zo organiseert de  Ethische Commissie Dierproeven in het kader van het verfijningsprincipe verschillende workshops. Tijdens een van de workshops lag de aandacht bij de beoordeling en scores toegekend met betrekking tot de ernst (ongemak, pijn, …..) van dierproeven. Aanvullend op de workshop heeft de Ethische Commissie in samenwerking met het Animalarium en de Dierenwelzijnscel een begeleidend document opgesteld dat de mate van pijn voor verschillende ziektemodellen en procedures aangeeft bij proefdieren. Het document biedt onderzoekers een duidelijk referentiekader voor de gevolgen die bepaalde handelingen hebben voor het welzijn van proefdieren en is daarom een nuttig hulpmiddel om onnodig leed te voorkomen. Bekijk het begeleidend document voor prospectieve beoordelingen van de ernst van dierproeven hier.

Doctoraatsthesissen

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een deel van de doctoraatsthesissen gesponsord

Lopend onderzoek

Sponsoring gedurende 2021-2022:
Doctoraatsthesis: Alexandra Gatzios

Ontwikkeling en toepassing van een in vitro platform voor anti-MASLD geneesmiddelenontwikkeling, gebaseerd op menselijke stamcellen en gericht op schildklierhormoon signalering

Niet-alcoholische vette leverziekte (NAFLD) heeft pandemische proporties aangenomen en treft ongeveer 25% van de algemene bevolking, waardoor het tegenwoordig de voornaamste chronische leverziekte is. Binnen het komende decennium zal NAFLD naar verwachting ook de belangrijkste oorzaak voor levertransplantatie worden. Toch bestaan er geen farmaceutische therapieën voor de behandeling van NAFLD.
Onlangs werd de naamgeving voor NAFLD herzien en werd de nieuwe term ‘metabolic dysfunction-associated steatotic liver disease’ (MASLD) ingevoerd. Die verandering was onder andere het gevolg van een beter begrip van de pathogenese, die waarschijnlijk veel heterogener is dan eerder werd aangenomen, samen met tientallen mislukte klinische studies. De nieuwe nomenclatuur opent de deur naar een herontwerp van klinische studies, met gestratificeerde patiëntengroepen op basis van etiologie waarbij de belangrijkste ziektedrijvers metabole, genetische of omgevingsgerelateerde factoren zijn, in plaats van inclusie op basis van histologische score.
Met het oog op het herontwerpen van klinische studies is dit onderzoek erop gericht om de heterogeniteit van patiënten te integreren in translationeel en preklinisch onderzoek via de ontwikkeling van een humaan relevant, etiologiegebaseerd in vitro-platform voor de ontdekking van anti-MASLD geneesmiddelen dat de drie belangrijkste pijlers van de heterogeniteit van patiënten omvat (metabole, genetische en omgevingsfactoren). Het platform zal zich in eerste instantie toespitsen op thyromimetische verbindingen, omdat deze signaalcascade ontregeld blijkt te zijn bij MASLD-patiënten en een veelbelovende benadering lijkt te zijn voor de zoektocht naar nieuwe therapieën tegen MASLD.

Voltooid onderzoek

Voltooide en gedeeltelijk gesponsorde doctoraatsthesis: 2017-2020: Joost Boeckmans

Ontwikkeling en typering van een in vitro-model, dat gebaseerd is op menselijke stamcellen, voor het testen van geneesmiddelen tegen NASH

Niet-alcoholische steatohepatitis (NASH) is een ernstige chronische leverziekte die ongeveer vijf procent van de bevolking treft. NASH wordt gekenmerkt door vetophoping, ontstekingen en fibrose in de lever en kan leiden tot cirrose en hepatocellulair carcinoom. Momenteel zijn geen geneesmiddelen beschikbaar voor de behandeling van NASH. Onderzoek naar NASH gebeurt traditioneel aan de hand van diermodellen die vaak niet representatief zijn voor de menselijke situatie. Daarom was het doel van het proefschrift om een in vitro-model met menselijk lichaamsmateriaal te ontwikkelen dat in staat is om de moleculaire en cellulaire mechanismen die NASH veroorzaken na te bootsen. Dit model kan gebruikt worden tijdens de ontwikkeling van medicijnen tegen NASH. De ptofessoen Robim M Rodrigues,Tamara Vanhaecke, Vera Rogiers en Joery De Kock van de Vrije Universiteit Brussel hebben samen Joost Boeckmans begeleid bij zijn project.

Voltooide en gedeeltelijk gesponsorde doctoraatsthesis: 2017-2020: Alessandra Natale

Verschuiving van 2D naar 3D bij de ontwikkeling van een in vitro-levermodel dat gebaseerd is op stamcellen uit de menselijke huid en geschikt is voor toxicologische toepassingen

Leverschade door geneesmiddelen (Drug-Induced Liver Injury, DILI) vormt een belangrijke bedreiging voor de menselijke gezondheid en ligt, samen met het ontbreken van klinische efficiëntie, mede aan de oorsprong van de hoge kans (90 %) dat een geneesmiddel faalt tijdens de ontwikkeling ervan. Aangezien preklinische gegevens, verkregen via proefdieren, de menselijke situatie niet voldoende kunnen nabootsen, is er groot tekort aan in vitro modellen die gebaseerd zijn op menselijke cellen. In dit proefschrift werd de relevantie van menselijke huidstamcellen voor toxicologische screening belicht. Hiertoe werden de cellen  gedifferentieerd naar levercellen (hSKP-HPC) en werd het biologische belang van 'in vivo-achtige' omstandigheden voor het kweken en differentiëren van menselijke stamcellen benadrukt. Hoewel het proces nog verdere optimalisatie vereist, maken de resultaten de weg vrij om de maturatie van de stamcellen te verbeteren, wat een eerste vereiste is om de levertoxiciteit van nieuwe geneesmiddelen, specifiek voor de mens, betrouwbaar te voorspellen. Het project  werd begeleid door professoren Robim M. Rodrigues, Tamara Vanhaecke, Vera Rogiers en Joery De Kock (VUB).

Completed and partly sponsored PhD thesis 2017-2020: Alessandra Natale

Shift from 2D to 3D in the development of a human skin cell-derived hepatic in vitro model for toxicological applications

Drug-induced liver injury (DILI) is a major threat to human health and is, together with absence of clinical efficiency, at the basis of a 90% failure rate in drug development. As preclinical data obtained using experimental animals do not adequately represent the human situation, in vitro models based on human cells are highly needed. In this doctoral thesis, the relevance of human-skin derived stem cells differentiated towards hepatic cells (hSKP-HPC) for toxicological screening was highlighted and the biological importance of ‘in vivo-like’ conditions for culturing and differentiating human stem cells was emphasized. Although the process requires further optimization, the results pave the way to enhance hepatic maturation which is a prerequisite to reliably predict human-specific hepatotoxicity of new pharmaceuticals. The project was supervised by Prof. Robim M Rodrigues, Prof. Tamara Vanhaecke, Prof. Vera Rogiers and Prof. Joery De Kock from the Vrije Universiteit Brussel.

Visie VUB betreffende gebruik van proefdieren

 

De medisch-wetenschappelijke opdracht van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) houdt in dat zij, om haar maatschappelijke verantwoordelijkheid te kunnen vervullen, o.a. vernieuwend onderzoek uitvoert, gericht op het voorkomen, het voorspellen en het genezen van ziekten.

Hierbij streeft de VUB een optimale onderzoeksomgeving na door de nodige ondersteuning voor onderzoekers te voorzien en een doorlopende opleiding mogelijk te maken en te vereisen. Bovendien ondertekent iedere VUB-onderzoeker het “charter van de goede onderzoeker” waarin duidelijke richtlijnen inzake correct wetenschappelijk-ethisch gedrag opgenomen zijn, evenals de regelgeving inzake inbreuken op wetenschappelijke integriteit. Dit alles maakt dat onderzoek in een strikt gereglementeerd kader wordt uitgevoerd.

Bij het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek aan de VUB worden niet enkel wettelijke verplichtingen in acht genomen maar ook maatschappelijk-ethische afwegingen gemaakt. Zo dient elke onderzoeker zich vooraf de vraag te stellen “Wat is het meest geschikte model om mijn onderzoeksvraag te beantwoorden?”Voorbeelden van gepaste modellen zijn een computersimulatie, het uitvoeren van testen op cellen en weefsels van proefdieren en/of mensen (in vitro onderzoek) of het uitvoeren van experimenten op proefdieren (in vivo onderzoek). De VUB zet hierbij sterk in op de ontwikkeling van proefdiervrije methodes via de uitbouw van het IC-3R Centrum. Het Innovatiecentrum voor 3R Alternatieven (IC-3Rs) werd op 25 september 2017 aan de VUB opgericht. Dit platform wil de ontwikkeling, zichtbaarheid en het gebruik van alternatieve 3R methoden (Replacement, Reduction, Refinement) – de 3V methoden in het Nederlands (Vervanging, Vermindering, Verfijning) – stimuleren en de communicatie hierover versterken, voortbouwend op de jarenlange expertise van de IVTD (In Vitro Toxicologie en Dermato- Cosmetologie)-groep. Tevens de ontwikkeling van in vitro methoden stimuleren door voort te bouwen op de reeds lang bestaande activiteiten en expertise van de IVTD onderzoeksgroep.  Groei is mogelijk dankzij de  VUB-leerstoel/legaat Mireille Aerens voor de ontwikkeling van proefdiervrije methoden en de steun van de  Brusselse Regio (Minister Bernard Clerfayt). De focus ligt op kansen geven aan jonge vorsers en innovatieve projecten om in dit domein onderzoek te verrichten en zo de basis te verbreden voor proefdiervrij onderzoek. IC-3Rs streeft ernaar minder dieren te gebruiken waar dat wetenschappelijk mogelijk is en meer aandacht te besteden aan de integratie van alternatieve methoden zonder dieren in fundamenteel en toegepast onderzoek, de gebieden waar wereldwijd de meeste dieren worden gebruikt.  

Kunnen wij vandaag nieuwe geneesmiddelen ontwikkelen zonder dieren? Alle deskundigen zijn het er duidelijk over eens: vandaag is dit nog niet mogelijk, maar we kunnen delen van het onderzoek uitvoeren zonder gebruik te maken van dieren ondere anderen door gesofisticeerde culturen van menselijke stamcellen toe te passen...

Indien binnen een onderzoeksproject toch dierproeven noodzakelijk zijn, dienen zij die hierbij betrokken zijn, zich te houden aan de wettelijke en ethische normen vastgelegd in (inter)nationale wet- en regelgevingen.  Deze stellen o.a. dat elk project dat proefdieren vereist, een ethische goedkeuring moet krijgen van een wettelijk erkende Ethische Commissie Dierproeven (ECD), vooraleer het van start mag gaan.

Een belangrijke vraag die de Ethische Commissie Dierproeven van de VUB zich tijdens de evaluatie van een onderzoeksproject steeds stelt, is: “Wat is de maatschappelijke en wetenschappelijke meerwaarde van de verwachte resultaten van het onderzoek en weegt deze meerwaarde op tegen het ongemak dat het proefdier mogelijk zal ondervinden?”.

Indien het proefdieronderzoek een belangrijke meerwaarde heeft, zal er steeds gestreefd worden naar het maximaal toepassen van de wettelijke principes van de 3V’s. Enerzijds betekent dit dat er steeds een zo “laag” mogelijke diersoort wordt gebruikt en dat het aantal dieren tot een wetenschappelijk verantwoord minimum beperkt wordt. Anderzijds moeten de dieren in de best mogelijke condities gehuisvest worden en moet hun welzijn opgevolgd worden door de onderzoekers, de dierenartsen-deskundigen en de leden van de Dierenwelzijnscel. Vandaag is de "beste wetenschap" een weloverwogen combinatie van in vivo en in vitro methodologie, en de opvolging van nieuwe ontwikkelingen is van cruciaal belang zodat niet-dierlijke technieken kunnen worden geïntegreerd zodra ze goed ingeburgerd en beschikbaar zijn. Met de bouw van een nieuw VUB-animalarium werden de laatste jaren aanzienlijke investeringen gedaan die een verder geoptimaliseerde huisvesting en dierenverzorging mogelijk maken. De 3V’s worden door de VUB verder aangevuld met de principes van “Verplichting” en “Verantwoording”. Zo heeft iedere onderzoeker de verplichting om scholing en navorming te volgen en dient elke onderzoeker verantwoording af te leggen aan zowel officiële instanties als het brede publiek.  

Eén van de manieren waarop de VUB het gebruik van proefdieren vervangt of vermindert, is door het gebruik van  RE-Place bij de onderzoekers te promoten.
Deze databank, ondersteund door Dierenwelzijn Vlaanderen en de Brusselse Regio, biedt een betrouwbaar overzicht van “New Approach Methodologies (NAMs)”, die ervoor zorgen dat er minder of zelfs helemaal geen proefdieren nodig zijn. Daarnaast kan de tool ook gebruikt worden om experten en onderzoekscentra waar de technieken kunnen worden aangeleerd, te identificeren.

Aan de VUB lopen ook een aantal Europese onderzoeksprojecten die de 3 V’s onderschrijven zoals Ontox, Twinalt, PARC…

Verder heeft de VUB  de transparantie-overeenkomst rond proefdieronderzoek in België ondertekend. Het doel van deze Overeenkomst is ervoor te zorgen dat leden van het Belgische publiek nauwkeurige en actuele informatie ontvangen rond proefdieronderzoek:

  • wat proefdieronderzoek inhoudt
  • hoe dergelijk onderzoek in België wordt gereguleerd
  • de rol die het speelt in het algemene proces van wetenschappelijke ontdekking, ontwikkeling van behandelingen en veiligheidstesten
  • de inspanningen die onderzoekers en personeel leveren ter ondersteuning van dierenverzorging en –welzijn
  • wat wordt gedaan om het gebruik van dieren te verminderen en het lijden van proefdieren tot een minimum te herleiden.